MOT - vertaling in Nederlands

• woord
• notendop
• term
• brief
• briefje
• woorden
• woordje
• woords

Voorbeelden van het gebruik van Mot in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Le Seigneur Mot arrive.
Heer Mot komt er aan.

Je suis son premier mot.
Lk ben haar eerste woordje.

C'était mon dernier mot.
Mijn laatste woorden.

Je crains que Mot n'exécute mon père.
Ik ben bang dat Mot m'n vader zal executeren.

Ce mot est horrible.
Dat zijn twee verschikkelijke woorden.

Il a dit son premier mot?
Wat is z'n eerste woordje?

Encore un mot et tu es morte.
Eén kik en je sterft.

En fait son premier mot a été.
Eigenlijk waren zijn eerste woorden.

Son premier mot!
Zijn 1ste woordje.

C'est quoi, ce mot,"raisonnable"?
Wat is dat voor woord," verstandig"?

Mot entier seulement.
Alleen hele& woorden.

Même son premier mot.
Zelfs haar eerste woordje.

Le rapporteur Daul ne souffle mot à propos de ce rapport de la Cour des comptes.
Rapporteur Daul rept met geen woord over dit verslag van de Rekenkamer.

L'aphérèse consiste à supprimer des phonèmes en début de mot.
Heeft de allofoon aan het begin van woorden.

Le mot disait que Spencer devrait tout savoir bientôt.
In de notitie staat dat Spencer alles weldra zal weten.

Un homme de peu de mot.
Man van weinig woorden.

IL n'a jamais cru un mot qui sortait de sa bouche.
Hij geloofde geen woord van wat hij vertelde.

C'est le mot qu'il emploie.
Dit zijn zijn woorden.

J'aime ce mot.
Ik hou van het woord' naakt.

Je n'aime pas ce mot.
Ik hou niet van het woord' gestoord.