Voorbeelden van het gebruik van Aankijken in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De vorige keer kon ik Ezra nauwelijks aankijken.
Nee, ik kan je niet aankijken, Vince.
Ze wilde mij niet eens aankijken.
Hij kan me amper aankijken.
Naar het schijnt kon hij mensen nauwelijks aankijken.
Je moet mij niet aankijken.
Waarom kan je me dan niet aankijken?
Ik kan je niet aankijken!
Kun je mij niet aankijken, vader?
Ik kan haar zelfs niet aankijken.
Hij zal je niet meer aankijken.
Hoe kunnen we onze moeders dan nog aankijken?
Jullie moeten mij niet aankijken.-Een acteur die het niet overleeft.
Ik kan Becky niet eens aankijken.
En nu kan je me amper aankijken, laat staan me vertrouwen.
Want je kunt je niet omdraaien En me aankijken.
We kunnen elkaar ook weleens aankijken.
Hij kon me niet aankijken.
Wees blij als je haar ooit nog kunt aankijken.
Mij aankijken en hem zien. Ja.