Voorbeelden van het gebruik van Aankijken in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Waarom blijf je hem aankijken?
Hoe kan je me nog aankijken?
Ik was zo kwaad op u dat ik u amper kon aankijken.
Hij zal je zelfs niet aankijken.
Ik stem dat we allemaal Jeff op hetzelfde moment aankijken.
Je mag Trixie niet aankijken, Linda!
Ga zitten, zodat ik je kan aankijken, liefste.
Ze wil me niet meer aankijken.
En hij blijft me aankijken en knikt.
Laten we elkaar aankijken als we klaarkomen.
Ik wou hem aankijken en zeggen,' Ik word niet zoals hem.
Je moet me aankijken, Laurent.
Hij zal me nooit aankijken.
De hemel zal je terugnemen en je aankijken, zeggend.
Liz, je moet me aankijken.
Je kan me niet eens aankijken.
Wil je me aankijken?
Je kunt me niet aankijken en zeggen dat je in orde bent.
Je moet hem aankijken als je hem afmaakt.
Daarom kon ik je steeds niet aankijken, omdat ik me zo schuldig voelde.