Voorbeelden van het gebruik van Aankijken in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ze kunnen je niet veroordelend aankijken als ze op je achterhoofd staren.
Eduard bleef hem een tijd aankijken; hij wist niet wat hij moest doen.
Waarom wil niemand me aankijken?
Ze doen dat net zo makkelijk als je aankijken.
Ze kan me nauwelijks aankijken.
Je moet mij niet aankijken.
De dode ogen van van je vrouw die je aankijken.
M'n zoon wil niet met me praten, of me aankijken.
Hoe denkt u dat consumenten momenteel aankijken tegen de verzekeringssector?
Alleen, ik zie op welke manier de patiënten je aankijken en.
Mij niet aankijken.
De winkelier wilde me nauwelijks aankijken.
Ze wil me niet eens aankijken.
Kijk hoe liefdevol hij zijn baasje blijft aankijken.
De enige mooie ogen zijn zij, die je met tederheid aankijken.
Je moet mij niet aankijken.
U mag ze niet zo rechtstreeks aankijken.
Ze kan hem nauwelijks aankijken.
Tom en Maria bleven elkaar aankijken.
Jullie moeten me allemaal aankijken.