Voorbeelden van het gebruik van Afpersing in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Mijn eerste afpersing.
Nee. Ontvoering en afpersing is jouw ding?
Je bedoelt afpersing.
Ik prefereer het woord'afpersing. Chantage?
Afpersing.-Overvallen. Belastingontduiking.
Geld van drugs, smokkelwaar, afpersing, bescherming.
Procent rente onder regelgeving van de kerk is afpersing.
Medeplichtigheid, samenzwering en afpersing.
Afpersing. Overvallen.-Fraude.
Reggie en Ron werden beiden aangeklaagd voor afpersing.
Parkeertarieven zijn afpersing.
Ontvoering, afpersing, wapensmokkel.
Weet u wat afpersing is?
Fraude, oneerlijke handel en afpersing.
Jij moet Maguire overtuigen, het moet afgelopen zijn met die afpersing.
Het is een afpersing, Garrett.
Nee, dat is het niet. Dat is afpersing.
Drie werknemers worden verdacht van corruptie en afpersing.
Het was afpersing.
Klassieke afpersing.