Voorbeelden van het gebruik van Amigo in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je zult dus bij oma moeten logeren, amigo.
Hoeveel geld gaat het mij kosten voor mij en mijn amigo.
Goed nieuws, amigo.
Oké, iedereen pakt een blaadje en geeft het door aan de amigo achter je.
Samba de Amigo, SingStar, Beatmania,
hij heeft wel drie amigo 's.
Altijd, amigo.
Succes, amigo.
Alsjeblieft, amigo.
Goed geschoten, amigo.
Natuurlijk, mi amigo.
Geen dank, amigo.
Voor ons, amigo.
Goed werk, amigo.
Amigo… een whisky?
Goeie wedstrijd, amigo.
Meer nieuws, amigo.
Amigo. Man overboord.
Geen zorgen, amigo.
Droom verder, amigo.