ANGSTIG - vertaling in Duits

• ängstlich
• Angst
• besorgt
• nervös
• beängstigend
• verängstigt
• angstvoll
• verängstigtes
• ängstliches
• eingeschüchterten

Voorbeelden van het gebruik van Angstig in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Hij was angstig.
Er war besorgt.

U ziet er niet erg angstig uit.
Sie sehen nicht sehr beängstigend aus.

Hij is angstig.
Er ist nervös.

Hij kijkt zo angstig.
Er sieht so ängstlich aus.

De stad maakt je angstig.
Diese Stadt macht dir Angst.

ik… Wat? Hij is angstig.
Er ist angstvoll.

hij is heel angstig.
Er ist sehr verängstigt.

Jouw vriendin kijkt angstig.
Deine Freundin sieht besorgt aus.

Een vurig en angstig gebed.
Ein inbrünstiges und verängstigtes Gebet.

Want dat is heel angstig, Lux.
Weil das echt beängstigend ist, Lux.

Soms is ze wat angstig.
Manchmal wird sie etwas nervös.

Ze is zwak en angstig.
Sie ist schwach und ängstlich.

De mensen zijn angstig.
Die Leute haben Angst.

Een bleek, angstig meisje, dat naar vuil
Ein blasses, ängstliches, kleines Mädchen welches nach Dreck

Maar hij zit vlak onder de grote vogel… angstig, maar hij leeft.
Aber er ist genau unter dem großen Vogel. Verängstigt, aber am Leben.

Ik word een beetje angstig hier.
Langsam werde ich hier drin ein wenig besorgt.

Het is vrij typisch te zien dat mensen angstig te over hun aanvullende pond vlees.
Es ist durchaus üblich, um zu sehen, Menschen beängstigend zu ihren Mehr Pfund Fleisch.

Nee, ik… Ik ben soms angstig.
Nein, ich… Manchmal bin ich nervös.

Je kijkt angstig.
Dein Blick ist ängstlich.

Omdat onzekerheid je angstig maakt.
Weil Unsicherheit dir Angst macht.