Voorbeelden van het gebruik van Angst in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ich bringe Sie in Sicherheit, keine Angst.
Keine Angst, Madame.
Keine Angst, ich bin's nur.
Ihre Schmerzen, ihre Verwirrung. Ihr Vertrauen, ihre Angst.
Ich hab… wirklich Angst.
Ich habe wirklich Angst.
Diese schließen Stimmung, Angst, Appetit, Körpertemperatur und Schlaf/Spurzyklen ein.
Du hattest Angst um das Baby.
Dein Freund Ortega macht mir keine Angst.
Ik maak me geen zorgen over je maatje Ortega.Keine Angst, Silky Boy.
Die Angst verdirbt das Fleisch.
Vrees bederft het vlees.Und du jagst mir jetzt Angst ein.
En je laat me nu schrikken.Und nach Krankenhaus und Angst.
En naar een ziekenhuis en angst.Du machst mir am wenigsten Angst, mocoso.
Je maakt me niet bang, mocoso.Aber es macht mir Angst.
Maar het maakt me doodsbang.Angst, Krise, auch generalisierter Paresthesia.
Bezorgdheid, depressie, ook algemene paresthesia.Ich habe Angst, Patrick.
Ik ben bezorgd, Patrick.Sergei? Scheiße. Nein, keine Angst, Michael.
Sergei?- Geen paniek, Michael. Verdomme.Keine Angst, das ist nicht für dich.
Geen zorgen, het is niet voor jou.Nur Angst und Hass.
Alleen maar vrees en haat.
