Voorbeelden van het gebruik van Vrees in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Alleen maar vrees en haat.
Maar vrees niet.
Vrees geen der dingen, die gij lijden zult.
Teneinde de vrees van de Commissie weg te nemen heeft Sanofi de volgende verbintenissen voorgesteld.
Een dergelijke vrees is ongefundeerd.
Ik vrees van niet. Nee.
Nee, vrees en arrogantie, lummel.
Vrees is de vijand van de wil.
Maar vrees niet.
Lk vrees het ook.
Tabel 19- Verwachtingen en vrees ten aanzien van de Europese.
Vrees niemand.
Die vrees is er altijd.
Ik vrees dat ik niet zo oplette.
Maar zonder vrees, kon ik mijn werk niet doen.
Geen vrees, heer, alles is in goede handen.
Je ergste vrees is uitgekomen.
Vrees de djinns. Doe je tweede wens.
Tabel 7- Hoop en vrees ten aanzien van het Europese Parlement.
Vrees me!