Voorbeelden van het gebruik van Blaft in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij blaft op alles.
Hij blaft als ik weg ben. Christian?
een hond die blaft.
Hond blaft.
Ik hoor het als een hond 16 km verderop blaft.
Mijn eigendom blaft.
Alsjeblieft. Goed, als u blaft als een hond.
Ik kan niet geloven dat die niet blaft.
Ja, sir. Niet altijd, maar u blaft.
Een hond blaft.
Alweer. Als je nog eens blaft, bijt dan ook.
De lift blaft.
Mijn hond blaft.
Wat bedoel je met die hond blaft niet'?
Blaft Cynthia altijd harder
Blaft Esterhaz van de buren daar?
Hij blaft. Hij leest mijn gedachten.
Is dat uw hond die blaft?
Straks blaft hij weer tegen me… verhaart op de stoel, kwijlt op mijn?
Hij blaft ons bevelen toe.