Voorbeelden van het gebruik van Broeder in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Broeder, ik neem de dokter even apart.
Broeder op de vlucht voor de flikken.
Zie je, het is allemaal goed, broeder.
Maar clean! Broeder, ik ben moe.
Doe m'n broeder dat plezier.
Broeder Daily.
Jawel. Broeder Karl Hoffman.
Als m'n broeder Stud op een griet wil kotsen, dan mag dat.
Ik hou ook van Opie, broeder.
Een vriend van mij, broeder.
Je broeder, zegje?
Onze broeder zullen onze oproep beantwoorden.
Broeder Cyrus zei
Broeder Karl Hoffman. Jawel.
Broeder Gary heeft iets in elkaar geflanst.
En de zoon van een broeder ook.
Niet cool, broeder.
Broeder en zusters, rustig.
Kom in de armen van je houten broeder.
Broeder Cyrus… de politie wil je graag ontmoeten.