Voorbeelden van het gebruik van Broeder in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
jullie zijn de oppas van jullie broeder.
Het is" broeder van een andere moeder" broeder van een andere moeder.
Want jij zit op een heleboel geld, broeder.
Heb ik gelijk, broeder.
Ja, we zijn allemaal de hoeder van onze broeder.
Ik hou van je, broeder.
Overweeg je opties voorzichtig, broeder.
God, je ziet er niet uit, broeder.
Liefde is een drug, broeder.
Ja, ik heb er over nagedacht, broeder.
Gaat het, broeder?
Welterusten broeder.
Hallo, broeder.
Neem de mijne, broeder.
Waarom zo dramatisch, broeder?
Dat is koud, broeder.
Ga niet weg, broeder.
Waar kom je vandaan, broeder?
Het komt allemaal goed, broeder.
Ik breng je naar huis, broeder.