Voorbeelden van het gebruik van Daags in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
driemaal daags.
Twee pillen, driemaal daags.
Valiumtabletten van 2 mg, driemaal daags.
Azijncompressen 4 maal daags.
Twintig milligram, driemaal daags.
Zes prikken, viermaal daags.
Ze neemt drie maal daags 10 cc Expectane.
Maar we mogen eenmaal daags naar het toilet.
Azijncompressen 4 maal daags.
En je moet je suiker vier maal daags controleren.
Twee tabletten, tweemaal daags.
En deze driemaal daags.
Hij moet het tweemaal daags innemen.
Hij moet drie maal daags kinine.
tweemaal daags.
Een koutje. Dit viermaal daags innemen.
Driemaal daags.
Geef hem driemaal daags acht mg.
tweemaal daags.
Toiletrecht, tweemaal daags.