Voorbeelden van het gebruik van Das in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Das niet hetzelfde.
Er zit 'n vlek op je das.
Jij hebt me deze das gegeven.
Elke vos, das.
Kom op. Hier Grijze Das in heli 219.
Ze hebben tailgaten afgelast vanwege die das.
Das niets voor ons.
Vinnie heeft z'n das afgedaan.
Ja, ik moet een das lenen.
John Ratzenberger speelt een das.
Minister. Je komt vast niet bespreken welke das de president vanavond draagt.
Edelachtbare, ik ga voor u vechten als een das.
Das niet m'n buurt.
Nee, een jas en een das.
Hij droeg z'n korenbloemblauwe das.
Copper, hij jaagt op een das.
Je hebt een das om!
Je komt vast niet bespreken welke das de president vanavond draagt.
Ik knoopte z'n das, kamde z'n haar.
Das de enige weg.