DE OOM - vertaling in Duits

• Onkel

Voorbeelden van het gebruik van De oom in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

De echtgenoot, de oom, papa, mama… God, Moeder Maria.
Dem Ehemann, dem Onkel, Vater, Mutter, Gott, Jungfrau Maria.

De oom van John en Lula?
Der Onkel von John und Lula?

De oom en tante van je nichtje in Mexico kunnen traceren. Gisterochtend hebben we eindelijk.
Wir konnten gestern die Tante und den Onkel Ihrer Nichte.

De oom en de neef. De Puigs.
Den Onkel und den Neffen. -Die Puigs.

Ik ben de oom van Rafael Nadal.
Ich bin der Onkel von Rafael Nadal.

De oom, Rudolph von Trulsche,
Der Onkel, Rudolph Von Trulsch,

De oom van m'n moeder was de chauffeur van Lepke.
Der Onkel meiner Mutter war Lepkes Steuermann.

Dus de oom blijft en Leanne gaat?
Wir behalten den Onkel und lassen Leanne gehen?

De oom, Rudolph von Trulsche,
Der Onkel, Rudolf von Trulsch,

U bent de oom van Samian Vanghen?
Sind Sie der Onkel von Samian Vanghen?

De oom in de gevangenis?
Der Onkel im Gefängnis"?

De oom van je moeders verloofde?
Den Onkel des Verlobten?

Een tip van de oom die op de bank slaapt?
Ein Tipp vom Onkel, der im Fernsehzimmer wohnt?

Misschien kunnen we elkaar ontmoeten nadat je met de oom van je vrouw, Jack Nelson, hebt gesproken.
Mit dem Onkel deiner Frau gesprochen hast, Jack Nelson. nachdem du.

Bent u de oom van Laetitia? Darbant. -Borelli.
Sind Sie der Onkel von Laetitia Weiss? Darbant.

De oom die je molesteerde toen je twaalf was.
Ich weiß von dem Onkel, der dich missbraucht hat, als du zwölf warst.

Andrés was de oom van mijn overleden man.
Andrés war der Onkel meines verstorbenen Mannes.

De oom van mijn vriend heeft daar een huis.
Der Onkel von meinem Freund hat da ein Haus.

Wie? De oom van Tony Lipriano?
Der Onkel von Tony Lipriano von der Genovese-Familie. Wer?

Ondervraag jij de oom?
Willst du den Onkel befragen?