Voorbeelden van het gebruik van Detective in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij was maar een detective die wat wilde verdienen.
Ik ben een detective en werk voor O.
Je moet detective zijn voor ons allebei.
Detective, Wat een spannende denouement.
Geen detective, het is vertrouwelijk.
Dus werd ik detective.
Een detective uit Amerika aan de telefoon.
Detective, mag ik? Miriam! Leonard!
Hij was maar 'n detective die wat wilde verdienen.
Onze detective heeft hem gevonden.
Hij had het tegen niemand anders gezegd. Een detective?
Maar, ik ben geen detective.
Ik wilde altijd detective worden.
Wees voorzichtig, detective.
Elke detective hier zit bij de politie.
Cruz speelt de dochter van een detective op zoek naar een vermiste danser.
Ik wed dat je dat tegen alle Detective Superintendents zegt.- We missen je.
Wat zeg je nou? Het is de gewoonte dat de detective het uitlegt.
Hij had een detective ingehuurd.
Hij is niet mijn detective.