Voorbeelden van het gebruik van Een vrucht in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
We drijven in een vrucht! Oh, mijn God!
Een vrucht van de Levensboom.
Voor een vrucht.
En at hij een vrucht van de baaipalm.
De zaden liggen open tussen de schubben in plaats van in een gesloten vrucht.
In het bonusspel, kies dan een vrucht uit elke rij.
zoals een bloem een vrucht wordt.
In deze doos ligt een vrucht.
Nee, maat, dat is een vrucht.
Pie telt als een vrucht.
Gefeliciteerd. Luca! Het is een vrucht.
sportsokken… is kenmerkend voor de doerian, een vrucht uit Zuidoost-Azië.
En zeg niet steeds dat ik een vrucht van je lendenen ben!
Paars is een vrucht.
De tomaat is een vrucht.
De Bijbel prijst geduld echter als een vrucht van de Geest(Galaten 5:22)
Zuid-Amerikanen eten de knollen, die van geel variëren kunnen tot paars, als een vrucht, met citroensap en honing,
Na de wetenschappelijke interpretatie wordt de avocado behoorlijk een vrucht genoemd, omdat de vruchten op bomen groeien.
Als een vrucht, die in wezen zijn we het planten van de zaden van zoete