FIK - vertaling in Duits

Brand
de fik
vuur
vlam
Flammen
vlam
ziel
vuur
zoef
vlammetje
flame
waakvlam
verbrenne
verbranden
verbranding
branden
te verbranden
cremeren
in brand
het verbranden
crematie
doodbranden
platbranden
nieder
neer
weg
plat
neder
grond
vestigde
in de fik
laag
platbranden
afbranden
abfackeln
afbranden
verbranden
fik steken
in brand steken
platbranden
affakkelen
anzünden
aansteken
in brand steken
verbranden
opsteken
in de fik steken
ontsteken
afbranden
in de fik zetten
affikken
platbranden
Feuer
vuur
brand
vlam
hel
fire
ontsla
haard
kampvuur
niederbrennen
afbranden
verbranden
platbranden
in de fik steken
af te branden
in brand te steken
platgebrand
neerbranden
fik

Voorbeelden van het gebruik van Fik in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Wat leer je als je huis in de fik staat?
Was lernt man denn Wenn das Haus in Flammen steht?
Het huis gaat niet in de fik.
Sie wird nicht das Haus anzünden.
Adressen die je in de fik gaat zetten.
Adressen von Orten, die Sie niederbrennen werden.
Ze zei dat je haar huis in de fik had gezet.
Sie sagt, Sie haben ihr Haus in Brand gesetzt.
Je computer staat in de fik.
Dein Computer steht in Flammen.
ik steek hier alles in de fik.
ich brenne den ganzen Scheißladen nieder.
Ik wilde het niet in de fik steken.
Ich wollte kein Feuer legen.
Ik wilde haar in de fik zetten.
Ich wollte sie in Brand stecken.
Ze staat in de fik.
Sie steht in Flammen!
Ik krijg honger van die fik.
Von dem Feuer bekomme ich Hunger.
zussen steken de boel in de fik.
Schwestern brennen daheim alles nieder.
De vraag is wie hem in de fik heeft gestoken?
Die Frage ist, wer hat ihn in Brand gesteckt?
De garage staat ook in de fik.
Die Werkstatt steht auch in Flammen.
We steken hem in de fik.
Machen wir ihm Feuer!
Ik steek niet voor de lol gebouwen in de fik.
Ich brenne Gebäude nicht aus Spaß nieder.
Tjonge Al, ze kan zichzelf evengoed in de fik zetten.
Herrgott noch mal, Al, in Brand setzen.
Ik heb 't huis in de fik gestoken.
Ich habe das Haus in Flammen gesetzt.
steek je het in de fik.
setzt du es in Brand.
Mijn hersenen staan in de fik.
Mein Hirn steht in Flammen.
Dit is Librizzi's pakhuis en iemand heeft het in de fik gestoken?
Das ist Librizzis Warenlager und jemand hat's in Brand gesteckt?
Uitslagen: 192, Tijd: 0.0709

Fik in verschillende talen

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits