Voorbeelden van het gebruik van Heir in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
hij enzijn ganse heir, en zij legerden zich tegen haar, en zij bouwden tegen haar sterkten rondom.
worden aan Farao en aan al zijn heir, aan zijn wagenen enaan zijn ruiteren.
de Filistijn van Gath, uit het heir der Filistijnen, en hij sprak achtervolgensdie woorden;
daarom is het heir des konings van Syrie uit uw hand ontkomen.
en al zijn heir, tegen Jeruzalem, en zij belegerden haar.
alle zijden zijn uitgeplukt; en noch hij, noch zijn heir heeft loon gehad vanwege Tyrus,
Doch het heir der Chaldeen jaagde hen achterna;
Zebah en Zalmunna nu waren te Karkor, en hun heir met hen, omtrent vijftien duizend man, al wat overgebleven was van het gehele heir der mannen van het Oosten;
die ging uit, het heir tegen, dat naar Samaria kwam,
Want de HEERE had het heir der Syriers doen horen een geluid van wagenen,
Want de HEERE had het heir der Syriers doen horen een geluid van wagenen,
Leidt de kinderen Israels uitEgypteland, naar hun heiren.
De banier des legers van Dan zal tegen het noorden zijn, naar hun heiren;
het hoofd van al de oversten der heiren in de eerste maand.
Want vooreerst toog op de banier van het leger der kinderen van Juda, naar hun heiren;
reizen der kinderen Israels, die uit Egypteland uitgetogen zijn, naar hun heiren, door de hand van Mozes en Aaron.
En het geschiedde even ten zelfden dage, dat de HEERE de kinderen Israels uit Egypteland leidde, naar hun heiren.
die zult gij tellen naar hun heiren, gij en Aaron.
Zijn heir nu, en zijn getelden waren veertig duizend en vijfhonderd.
Hij heeft Farao's wagenen en zijn heir in de zee geworpen;