HIJ ECHT - vertaling in Duits

• er wirklich
• er echt
• er tatsächlich
• er real
• er richtig
• er ernsthaft
• er sehr
• er so
• er wahrlich
• er in Wirklichkeit
• er unbedingt
• er total
• er eigentlich
• er überhaupt

Voorbeelden van het gebruik van Hij echt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Was hij echt mijn zoon?
War er wirklich mein Sohn?

Nou ja, als hij echt door het lint was gegaan.
Na ja, wenn er richtig sauer wäre.

Is hij echt gek? Ik begrijp het?
Verstehe, ist er ernsthaft irre?

Als hij echt zo schoon is,
Wenn er tatsächlich sauber genug ist,

Zien of hij echt is.
Sehen, ob er echt ist.

Duplicaat of niet, voor mij was hij echt.
Duplikat oder nicht, für mich war er real.

Hoe is hij echt?
Wie ist er so?

Nu is hij echt boos.
Jetzt ist er richtig betrunken.

Advocaat: Maakte hij echt kans op de baan?
Anwalt: Wurde er ernsthaft für diesen Posten in Betracht gezogen?

Is hij echt m'n broer? Hij?.
Ist er wirklich mein Bruder? Er?.

Misschien moet hij echt weg?
Aber wenn er tatsächlich vorhat zu verreisen?

is hij echt.
ist er real.

Hij gaf hem en vroeg me of hij echt was.
Er gab ihn mir, fragte, ob er echt sei.

En door haar is hij echt godsdienstig geworden.
Und ihretwegen wurde er sehr religiös.

anders is hij echt verloren.
Sonst ist er wahrlich verloren.

Wie is hij echt?
Was ist er in Wirklichkeit?

Nee. Als hij echt kwaad is gaat hij naar het kanaal.
Nein. Wenn er richtig wütend ist, fährt er runter zum Kanal.

Is hij echt in Venetië?
Ist er wirklich in Venedig?

Is hij echt slecht?
Ist er so schlimm?

Dat heeft hij echt gezegd.
Das hat er tatsächlich gesagt.