ECHT - vertaling in Duits

wirklich
echt
werkelijk
heel
erg
eigenlijk
wel
inderdaad
daadwerkelijk
zeker
echt
heel
erg
zo
wel
werkelijk
nep
behoorlijk
serieus
oprecht
authentiek
real
echt
reëel
werkelijkheid
werkelijk
realiteit
realistisch
bestaan
reële
richtig
goed
juist
toch
echt
correct
nietwaar
heel
terecht
gelijk
tatsächlich
daadwerkelijk
eigenlijk
echt
inderdaad
werkelijk
feitelijk
feite
effectief
immers
letterlijk
sehr
zeer
heel
erg
echt
zo
bijzonder
graag
uiterst
enorm
nogal
so
zo
zodat
dus
zo'n
waardoor
op manier
aldus
heel
echt
zodanig
eigentlich
eigenlijk
echt
wel
trouwens
feitelijk
daadwerkelijk
werkelijk
feite
pseudoniem
artiestennaam
ernsthaft
serieus
echt
ernstig
oprecht
unbedingt
absoluut
echt
zo graag
per se
noodzakelijkerwijs
noodzakelijk
graag
strikt
heel graag
zeker
im Ernst

Voorbeelden van het gebruik van Echt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Het was echt mijn eigen bloed.
War tatsächlich mein eigen Blut.
Het spijt me echt heel erg, jongens.
Das alles tut mir sehr, sehr leid, Leute.
Ik werd echt boos in de rij bij de drogist.
Ich wurde richtig wütend in der Warteschlange in der Drogerie.
Gaan we echt naar de film?
Wir gehen echt ins Kino?
Nee, dit is niet echt.
Nein, nein. Das ist nicht real.
Niet echt.
Nicht wirklich, nicht.
Ze kunnen niet echt bang zijn voor dit spel.
Sie können nicht ernsthaft keine Angst haben.
Wat zag Kate echt in Jack?
Was hat Kate eigentlich in Jack gesehen?
Ik ben echt blij dat Lester dat adres verprutst heeft.
Ich bin so froh, dass Lester die Adresse vermasselt hat.
Ja, ik ben echt schoon. Echt waar?
Ja, ich bin sehr sauber. Wirklich?
Ze geloofden echt dat ik een aanval had.
Sie haben tatsächlich geglaubt, dass ich einen Anfall hatte.
Echt sympathiek is hij niet. Pech gehad.
Richtig nett ist er nicht. Pech gehabt.
Castle, geloof jij echt in dat zombiegebeuren, want ik?
Castle, glauben Sie echt an all den Zombiekram?
Je weet, dat het vampierprobleem echt is, nietwaar?
Sie wissen das das Vampirproblem real ist, richtig?
Echt? Ik… Ja, echt.
Wirklich?- Ja, wirklich.
We zijn echt onschuldig. Ja.
Im Ernst, wir sind unschuldig. Ja.
Denken we echt dat Ramon.
Glauben wir ernsthaft, dass Ramon.
Echt Nelson, ik weet niet meer wie je bent.
Wer du eigentlich bist, Nelson.
Kijk toch eens. June is echt gelukkig, dat ze naar China vertrekt.
Schau. June ist so glücklich, nach China zu gehen.
Vermont is echt koud in de winter.
In Vermont ist es im Winter sehr kalt.
Uitslagen: 141376, Tijd: 0.1357

Echt in verschillende talen

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits