Voorbeelden van het gebruik van Hobby in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Mannen hebben een hobby nodig.
Honden zijn sindsdien een hobby van mij.
Nee, dat is gewoon mijn hobby.
En kalligrafie is niet zijn enige hobby.
We moeten op zoek gaan naar een hobby.
Ik heb m'n hobby verwaarloosd.
Hij ondernam, niet alleen vanwwege zijn hobby, verre reizen, o.a.
Dat is een hobby van me.
Gratis verzending op RC speelgoed en hobby 's.
Mr Evans… schrijven is de hobby van mijn zoon.
Zullen we wat we gevonden hebben dan je hobby noemen? Echt?
Deze club is slechts een hobby.
Het is belangrijk om een hobby te hebben.
Dat wordt mijn nieuwe hobby.
Elke man heeft een hobby.
Ik wou dat ik zo'n hobby had.
Dit is blijkbaar geen hobby van je.
Nee, dat is niet gewoon zomaar een hobby.
En etymologie is een hobby van mij.
Ik heb mijn hobby verwaarloost.