Voorbeelden van het gebruik van Hobby in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij ziet haar hobby als sabotage en neemt het haar kwalijk.
Koken kan gemakkelijk een winstgevende hobby in plaats van een karwei.
Het is een hobby voor een barman.
Welke hobby?
Die pappies levenslange hobby van jagen naar het volgende niveau tilt.
Hobby' s. Simpel en duidelijk.
Professionele koks en hobby koks: aanbevolen download.
Mijn hobby is mijn werk en omgekeerd.
De salon is een beetje een hobby, maar het schijnt goed te gaan.
Het is een hobby waarvan ik wist dat' ie ooit handig zou zijn.
Hobby omzetten in werk.
Het is niet mijn hobby. Ben je beschikbaar?
Welke betere manier om een hobby dat is wie wil genieten….
Met de SAAB Hobby Club hebben we verschillende chauffeurs naar Nederland geholpen.
Ook hobby gaat perfect om met de negatieve effecten van stressoren.
Een hobby ofzo?
Dat is geen hobby, maar een roep om hulp.
Hobby wordt geproduceerd in Duitsland in de buurt van de stad Rendsburg.
Ik schrijf als hobby en dat zal het ook blijven.
Een grote hobby van mij is scrapbooking.