Voorbeelden van het gebruik van Hoeder in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De Hoeder is dood.
Hoor mij aan, hoeder der duisternis!
Ben ik mijn collega's hoeder?
Jullie zijn vanaf nu verzamelaar en hoeder van geheimen.
Dit Parlement is niet de hoeder van abstracte regels.
Ik roep kapitein Teague op, hoeder van de code.
Waar is je hoeder?
Dus je bent mijn magische hoeder, hondje.
We hebben allemaal een hoeder.
Heer, U bent onze hoeder.
Genoeg. Ben ik zijn hoeder?
Ik ben geen hoeder.
En van de lotsbestemming. Hoeder van de kennis.
Een Symbolist, een Hoeder en een Broederschap.
Pater Hill leerde me dat ik mijn broeders hoeder ben.
Dan ben jij niet de Hoeder.
Pater Hill leerde me dat ik mijn broeders hoeder ben.
Omdat je per se de Hoeder wou vinden.
Ik ben mijn broeders hoeder.
Zoek de hoeder. Een hoeder.