Voorbeelden van het gebruik van Ijsje in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het was maar een ijsje.
Dat bedoel ik dus: een ijsje met tijgerstrepen.
Ik wil dat je een ijsje voor me koopt.
Een paar dollars voor een ijsje of limonade.
Je mag een ijsje.
Mijn ijsje.
Marge, geef Lisa een ijsje.
Oh, ik dacht dat het een ijsje was.
Zullen we wedden om een ijsje?
Juanita wou een ijsje als lunch.
Olive wil haar ijsje niet.
Maar jij krijgt het ijsje, Vinnie.
Vergeleek ze je met een ijsje?
Ijsje, ijsje, ijsje.
Meer niet. Een ijsje.
Heb je zin in een ijsje of zoiets?
Ik heb m'n ijsje.
We hebben zelfs een ijsje gedeeld.
Nu heb ik een ijsje nodig.
Is een ijsje. En een ijsje.