Voorbeelden van het gebruik van Je aangekomen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wanneer ben je aangekomen? Kort reisje.
Hey, ben je aangekomen?
Moeder. Wanneer ben je aangekomen?
Jij ook.- Bel me als je aangekomen bent.
Hoe laat ben je aangekomen?
Wanneer ben je aangekomen? Drie jaar?
Craig, wanneer ben je aangekomen?
Misschien ben je aangekomen.
Ik zal je bellen als je aangekomen bent.
Mike. Wanneer ben je aangekomen?
Craig, wanneer ben je aangekomen?
Cheques. Wanneer ben je aangekomen?
Nee.- Ben je aangekomen?
En… wanneer ben je aangekomen?
Moeder. Wanneer ben je aangekomen?
Oom Nuchem, wanneer ben je aangekomen?
Er is post voor je aangekomen bij het zwembad.
Bij het zwembad is wat post voor je aangekomen.
Wanneer ben je aangekomen?
Wanneer ben je aangekomen?