Voorbeelden van het gebruik van Je overtuigen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wil je me overtuigen?
Kan ik je moordenaar overtuigen om een ander doelwit te nemen?
Ik wil je overtuigen onze reizigers te leidden.
Dan moet je ze overtuigen.
Hoe kan ik je overtuigen dat ik naar de zuidelijke Golan Hoogtes moet? Insgelijks.
Misschien kan ik je overtuigen een tijdje te blijven?
Je moet overtuigen.
Dat was belangrijk. Ik moest je overtuigen dat ik wist wat het teken was.
Ik wilde je overtuigen dat ik niet immoreel ben.
Ik moet je overtuigen dat ik ze heb,?
Laat niemand je overtuigen dat je tekortschiet.
Hoe moet ik je overtuigen, Dante?
Misschien kan ik je overtuigen een tijdje te blijven?
Dan zal ik je overtuigen.
Scuzzy mag je maar mij moet je nog overtuigen.
Ik wil je overtuigen.
kun je hem overtuigen.
Misschien kan mijn vriend Abraham Lincoln je overtuigen.
Hoe kan ik je overtuigen?
Kan een dagvaarding je overtuigen?