Voorbeelden van het gebruik van Leerlingen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De leerlingen proberen de oplossing te herinneren die op een flashcard is geschreven.
Leerlingen werden toegewezen aan één handelaar.
Roken de leerlingen hier marihuana?
Drie jonge leerlingen die het vertrek van een collega vieren.
Je hebt meer leerlingen, dus meer geld.
Hopelijk zien m'n leerlingen me hier niet.
De leerlingen zijn 15 en 16 jaar oud.
Op het digibord zien leerlingen een doorsnede van het voor-
En zijn leerlingen waren vrij
Alle leerlingen wouden hem als hun leraar.
Leerlingen, dat is genoeg.
Je weet dat al z'n leerlingen gedood zijn, hè?
Een verhaal van twee leerlingen.
luisteren de leerlingen.
En ze hebben geen leerlingen zoals wij.
Laat uw leerlingen zelfs een eigen storyboard maken met twee cellen.
Leerlingen leren: Hun mening te vormen op basis van verschillende bronnen en discussies.
Z'n leerlingen volgden hem als schapen,
Sommige leerlingen denken dat ik ook schoolhoofd ben.
Leerlingen van 51 bedrijven hebben deelgenomen aan de eerstemodule van het programma.