Voorbeelden van het gebruik van Ned in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik heb toevallig Ned aan de telefoon.
Edward. Mensen noemen me Ned.
De enige gasten op ons huwelijk waren de ouders van Ned. Een feestje zou leuk kunnen zijn.
Ned, kijk me aan.
Denk je dat Ned zomaar een geest mee naar huis heeft gebracht?
Dat is grappig. Ned.
Dat is niet wat Ned wil.
Ned? Hier,
Voor Ned.
En m'n zoon… Help hem, Ned.
Ned heeft 'n afspraakje.
Wat zeg je van 'n biertje? Ned.
Ik heb nog niks voor Ned.
Ned, wat doe je hier?
Ik sprak zojuist met Ned Foster.
Bedankt. Kom op, Ned.
Ned, wat is er?
Ik ben blij voor je, Ned.
Ja, schat. Ned.
Ik? Ned, ja.