Voorbeelden van het gebruik van Neefjes in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat het je neefjes zijn.
M'n neefjes waren best aardig tegen me.
Karli heeft m'n neefjes bedreigd.
We gaan naar LACMA met de neefjes.
Ik wist niet dat je twee neefjes had!
Hij moet z'n neefjes kennen.
Professioneel, maar ik heb 4 nichten en 6 neefjes.
Dit zijn m'n neefjes.
Nee, niet onze neefjes.
Maar ook daarvoor had ik kleine neefjes in Joplin.
Hij heeft geen neefjes.
Morgen zijn je neefjes hier.
Mooi. Ik heb drie neefjes.
Identieke neefjes.
Morgen komt m'n schoonzus met de neefjes.
Ik weet dat jullie mijn neefjes zijn.
Evan helpt twee decennia lang stiekem zijn neefjes.
En m'n tante en neefjes en nichtjes.
Mijn zomerhuis en mijn neefjes.
Ik speelde veel met mijn neefjes en broers.