Voorbeelden van het gebruik van Orben in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik wil orben.
Ik ga liever niet orben nu.
Je hebt gelijk. We orben.
Paige laat het orben wel zien.
Leo wil het niet orben.
Kun je wel orben?
Als de baby in de familie ben ik degene die zal orben.
Moet ik naar het astrale vlak orben?
Dan zal ik hem en Billie maar naar het park orben.
ze kijkt of we kunnen orben, gezien de gelijkenis met Maya.
Waarom ben ik niet georbd?
Leo heeft me georbd.
Hij is vast naar z'n kamer georbd.
Het viel best mee. Helemaal toen Wyatt speelgoed tegen z'n hoofd had georbd.
Ze moeten orben.
Ik wil orben.
Door de stad orben niet.
Jij kon nog orben.
Wachters kunnen niet orben.
Vast door dat orben van jullie.