Voorbeelden van het gebruik van Schreef dit in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Nolan, wie schreef dit?
Wie schreef dit?
Revolutie. Wie schreef dit?
Ik schreef dit voor jou.
Hann. Hann, wie schreef dit?
Wie schreef dit? Misschien is er iets in de buurt.
Revolutie. Wie schreef dit?
Ze schreef dit over zich terugtrekken.
Ik schreef dit om het te voorkomen, niet om het te veroorzaken.
Ik schreef dit toen ik vast zat.
Hij schreef dit twee jaar na het onderzoek, in 1987.
Kierkegaard. Hij schreef dit over zijn verloofde Regine.
Hij schreef dit voor 'n jongeman.
Of de dader schreef dit om ons af te leiden.
Brenda schreef dit.
Ze schreef dit op de dag dat ze stierf.
Ik schreef dit toen ik 14 was.
Wie schreef dit?
Dan panikeerde ik en schreef dit.
Maar eerst pakte hij 'n stuk krijt en schreef dit in 30 seconden.