Voorbeelden van het gebruik van Simpeler in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dus zijn onze wijnen simpeler.
Drank maakt het leven simpeler.
Als je het simpeler maakt… slaan meer mensen erop aan.
Simpeler dan dat, kan ik het niet zeggen.
Dat is toch veel simpeler?
Ik ben gaan beseffen dat het veel simpeler was dan ik dacht.
Het leven is simpeler.
Voor jou is het simpeler.
Simpeler dan dit kan ik het niet zeggen. Oké, luister.
Het moet simpeler zijn om aandacht te trekken.
Maar de les voor vandaag is veel simpeler.
Ik heb simpeler manieren gezien, maar goed.
Zo is het simpeler.
Over anderen schrijven is simpeler.
En effectiever. Simpeler, sneller.
Het was simpeler toen alleen tegenpolen misdaden konden oplossen.
Het kan niet simpeler.
Maar dat maakt de relaties simpeler.
Een belletje was simpeler geweest.
Het zou zelfs nog simpeler kunnen.