Voorbeelden van het gebruik van Stinkt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij stinkt.
Hij stinkt.
Je stinkt echt.
Je stinkt als de scheet van een Muppet.
Jij stinkt ook.
Je stinkt naar zweet!
Het stinkt echt heel erg. Wat? Niks.
Het stinkt er, maar ik kan hem dekken.
Je moet haar wassen. Ze stinkt.
Het huis stinkt.
Anders stinkt alles.
Je stinkt naar angst met dat goedkope geurtje.
Je stinkt als de vloer van een bioscoop.
Jij stinkt, of ben jij het?
Je stinkt naar benzine en vogelpoep.
Het stinkt hier naar de dood.
Ze stinkt een beetje, maar ze heeft een hart van goud.
Hij stinkt.
Jij bent het die stinkt.
Verdomme, dat stinkt als 'n dooie hond!