TRAPT - vertaling in Duits

tritt
treden
komen
schoppen
gaan
trappen
stappen
staan
worden
verschijnen
doen
fällt
vallen
dalen
zakken
behoren
neer
komen
zijn
drop
valstrikken
valkuilen
glaubt
geloven
denken
zijn van mening
vertrouwen
het geloof
menen
overtuiging
reinfällt
vallen
geloven
treten
treden
komen
schoppen
gaan
trappen
stappen
staan
worden
verschijnen
doen
trittst
treden
komen
schoppen
gaan
trappen
stappen
staan
worden
verschijnen
doen
fällst
vallen
dalen
zakken
behoren
neer
komen
zijn
drop
valstrikken
valkuilen
strampelst
kickt
schoppen
trap
tappst
tasten
trappen
weten
lopen

Voorbeelden van het gebruik van Trapt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Maar je trapt geen deuren meer in.
Aber Sie treten keine Türen mehr ein.
De mishandeIde trapt naar beneden.
Der Geschmähte tritt nach unten.
Want als je erop trapt, zit je mooi de hele nacht vastgeplakt.
Wenn du drauf trittst, bleibst du da bis zum Morgen kleben.
Nee, je trapt hem niet in z'n ballen.
Nein, Sie treten ihm nicht in die Eier.
Dus de minister trapt naar beneden?
Die Ministerin tritt nach unten?
Je trapt op een spoor.
Du trittst auf eine Spur.
Je trapt zelfs in je eigen onzin.
Du fällst sogar auf deine eigenen Lügen rein.
Hij trapt sneller dan je kunt denken.
Er kann schneller treten, als du denkst.
Nu trapt hij zijn veranda.
Jetzt tritt er gegen seine Veranda.
Je trapt me altijd. Ik niet.
Du trittst mich immer. Ich nicht.
Je trapt er elke keer weer in.
Du fällst jedes Mal drauf rein.
Penguins trapt af tegen de Islanders.
Die Penguins treten gegen die Islanders an.
Ila trapt me onder de tafel.
Ila tritt mich unterm Tisch.
Je trapt zeker ook graag spinnen dood?
Du trittst auch sicher gern auf Spinnen.
Jij trapt altijd in m'n grappen.
Du fällst immer auf meine Witze rein.
Pas op dat je niet op hun tenen trapt.
Man sollte ihnen nicht auf die Zehen treten.
Hij trapt als een geit, prinses.
Er tritt wie ein Böcklein, Prinzessin.
Je trapt me en gaat dan zitten kakken?
Du trittst mir ins Gesicht und gehst dann kacken?
Vriend, je trapt in de grootste gimmick in de platenindustrie.
Mein Freund, du fällst auf den größten Trick der Plattenindustrie rein.
je geld ruikt of in chocola trapt.
Sie Geld riechen oder in Schoko treten.
Uitslagen: 169, Tijd: 0.0594

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits