TROUWRING - vertaling in Duits

• Ehering
• Hochzeitsring
• Ring
• Trauring
• Eheringe
• Eherings
• Hochzeitsband

Voorbeelden van het gebruik van Trouwring in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Schatje, waar is je… waar is je trouwring?
Schatz! Wo ist… Wo ist dein Trauring?

Een trouwring gooi je niet weg.
Eheringe wirft man nicht weg.

Excuseer me, ik zag je trouwring en ik dacht dat.
Tut mir leid. Ich sah Ihren Ring und dachte.

Nee. Dat is m'n trouwring.
Nein.- Das ist mein Ehering.

Dit noem ik de trouwring.
Den hier nenne ich den Hochzeitsring.

Ondanks haar trouwring?
Trotz ihres Eherings?

Schat, waar is je… waar is je trouwring?
Schatz, wo ist dein Trauring?

Kunnen we de trouwring niet belenen?
Können wir die Eheringe nicht beleihen?

Maar dit is een trouwring van iemand anders.
Aber der Ring hier gehörte jemand anders.

De verlovingsring, de trouwring en de beproeving.
Der Verlobungsring, der Ehering und der Leidensring.

Ik kan zelfs zonder deze trouwring.
Ich lege sogar den Hochzeitsring ab.

Dat boek is onze trouwring.
Dieses Buch ist… es ist unser Trauring.

Jullie hebben allemaal een gezin, waarom dragen jullie geen trouwring?
Warum tragt ihr eure Eheringe nicht? Ihr habt alle Frau und Kind,?

Ze heeft m'n trouwring.
Sie hat meinen Ring.

Z'n trouwring.
Sein Ehering.

Wens je niet dat dit je trouwring was?
Möchtest du nicht, dass dies unser Hochzeitsring wäre?

M'n oude trouwring.
Mein alter Trauring.

waarom dragen jullie geen trouwring?
warum tragt ihr eure Eheringe nicht?

Dat dacht ik al, want ik zag dat jij ook geen trouwring draagt.
Hmm? Hab ich mir gedacht, da sie keinen Ring tragen.

Ze had geen trouwring.
Sie hat keinen Ehering.