Voorbeelden van het gebruik van Zending in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hou de zending, maar geef mij de bestuurder.
Je hebt je zending en je neef terug.
Bel je over de zending van deze week?
Wacht. Deze zending heeft geen bestemming.
Naast zijn pastoraat publiceerde hij een Christliches Wochenblatt over wedergeboorte en zending.
Als u niet uw zending binnen 45 dagen betaling, gelieve ons.
Konden we de zending onderscheppen en de meisjes redden. Op basis van je informatie.
Kostya's volgende zending is in de vrachtwagen.
De zending is klaar.
De zending is er.
Jezus weigerde omdat hij meende dat zijn zending beperkt was tot zijn eigen volk.
Deze week. De zending is klaar.
Wat als ik de zending niet meer wil?
Indien nodig wordt de zending juwelen meerdere keren aangeboden.
Jij hebt je zending en neefje terug.
Geef ze de zending op de 17e.
Ik neem de zending in ontvangst.
Maar Abraham zou zich niet lang laten afhouden van zijn zending als opvolger van Melchizedek.
De rest van de zending?
Jij en Victor. Zending, morgenochtend.