Voorbeelden van het gebruik van Bed in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Die had ik. Nu heb ik een bed.
Maar niet in bed.
Met wie?- Naar bed.
Ik lig in bed, Nuchem.
Het bed gedeeld?-Nee, we hebben nooit.
Bed, nee.
We kunnen een bed zoeken voor die twee.
Het is op mijn bed.
Dat is Sole's bed.
Ze is vast een tijger in bed.
Je wilt met hem naar bed.
Nee, ik slaap in een bed.
Niet het bed, Caesar.
Raylan gaan weer met elkaar naar bed of allebei.
We hebben ons bed gespreid, Pimble.
Haar moeder wordt aan haar bed toegelaten.
En ze is geweldig in bed.
Het kan zijn dat ik naar bed moet met Mia.
Kom, neem mijn bed.
Nee, maar hij moet in bed blijven.