Voorbeelden van het gebruik van Beul in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jury… Beul… Rechter.
Nadat hij een beul geworden was heeft je broer zijn naam veranderd.
De beul had een boor die hij met zijn voet in beweging bracht met een pedaal.
Ik moet lunch met mijn beul plannen.
Zodat ze me niet zien als hun beul maar als hun redder.
Met mij. Je beul met het.
Want de beul komt u halen… ons beiden.
Jury… Beul… Rechter.
Nadat hij een beul geworden was heeft je broer zijn naam veranderd.
Er komt een nieuwe beul uit Rotterdam.
Bayban de Beul.
Ik zal uw beul niet zijn.
Je beul met het.
Jury… Beul… Rechter.
Door een beul te worden heeft je broer zijn naam veranderd.
De beul en zijn helper…… de deputy.
Ik ben de harteloze beul van Darrowby.
Een smal zilveren strikje daarboven. Zijn bijnaam is de'beul.
Misschien zal Dr Watson uw beul zijn.
Je beul met het… Met mij.