Voorbeelden van het gebruik van Beul in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
En de beul dan?
Het hemd dat ik van de beul kocht, is dus niet het zijne?
De beul van Beachwood Canyon.
Een op tekst gebaseerde beul is vrij gelijkaardig aan een stuk papieren versie.
Slachtoffer en beul worden dus als gelijkwaardige gesprekspartners beschouwd.
Het geld is de beul van alle dingen geworden.'.
Hoe durf je die beul, vòòr mijn zoon te genezen!
Geen beul!
Ik zal zelf de beul halen,' zei de Koning vlug en liep weg.
Als beul handhaaf je de openbare orde.
Zo een beul zou mogen leven.
Ik ben geen beul, ik ben de Biechtmoeder.
Om een beul te kelen?
Als ik instemde beul te zijn, en ik stemde in.
Ik neem de beul en die meid.
Ik ben rechter, niet jouw persoonlijke beul.
Iemand heeft de beul vermoord!
Het is geen knoop van een beul.
Wat doet die beul hier?
Praten is makkelijk als je geen beul bent.