Voorbeelden van het gebruik van Beul in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Die vind ik goed, een beul.
Dus jij bent de beul?
U dreigt als een beul.
Denk je dat ze zouden publiceren dat hij 'n beul was?
Een zelf benoemde rechter, jury en beul.
Hij had als bijnaam El Verdugo De Beul.
De film werd destijds in Nederland uitgebracht onder de titel Het huis van den beul.
Een dag is een vreemdeling die blijkt te zijn van de broer van de beul.
Ik ben wetenschapper, geen beul.
Geraakt door Chens overduidelijke moed, stopte de beul zijn zwaard weg.
jury en beul.
Is hij slachtoffer of beul?
Dat is geen beul.
Wie was de beul?
Waarom beul je me zo af?
De neger slaaf, beul van chiourme, hield zich naast deze man de jatagan op de schouder.
Het waterpeil in het belangrijkste punt van ga daar is de beul van onze “Expeditie Neuwerk”.
Wie zou ooit vermoeden dat de beul van de Zonen van de Draak een eenvoudige pottenbakker was?
Morgenochtend mag de bisschop de beul voor mij bevelen… maar nu ben ik nog onderkoning
Voor de beul, die de man geselde voor de kruisiging,