Voorbeelden van het gebruik van Bezit in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Bezit van auto's in de Gemeenschap.
Bezit de helft van Colorado.
Ze verplaatsen het bezit, zoals je al had verwacht.
Maar bezit is ook belangrijk.
Haar derde arrestatie voor bezit dit jaar.
Gazprom bezit 's werelds omvangrijkste voorraad aardgas.
Buitenlands bezit van Nederland groeit snel.
Het bezit van de Death Note opgeven.
Bezit een eigen berg- Besjni-Lam.
We hebben je bezit moeten verkopen om je welstand te garanderen.
Stolin bezit Sydney en Melbourne.
Het is 'n bezit en u zit in de schulden.
Maar bezit is ook belangrijk. Men is geen.
En naast mijn Honda Civic, mijn enige bezit.
Mijn bezit heeft mij niet gebaat.
Het kloostercomplex bezit twee kerken.
Daarna werd het bezit van de Habsburgers.
Bezit van een geldig Eerste Steun/ reanimatie certificaat.
Jaar in het bezit van dezelfde familie.
Bezit honderden paarden. Serieus geld.