OWNING - vertaling in Nederlands

['əʊniŋ]
['əʊniŋ]
bezitten
own
possess
have
hold
het bezit
possession
the property
owning
hold
ownership
having
holdings
asset
wealth
eigenaar
owner
own
landlord
proprietor
ownership
eigen
own
private
personal
separate
owning
zelf
self
own
for yourself
personally
by yourself
for themselves
for myself
by myself
for himself
by themselves
het bezitten
possession
the property
owning
hold
ownership
having
holdings
asset
wealth
bezit
own
possess
have
hold
bezat
own
possess
have
hold
bezittend
own
possess
have
hold

Voorbeelden van het gebruik van Owning in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
In July 1992, Transaero received its first aircraft, owning an Ilyushin Il-86.
In juli 1992 ontving Transaero zijn eerste eigen toestel, een Ilyushin Il-86.
You should do it. Owning restaurants is a lot more fun.
Een restaurant hebben is leuker. Doe het zelf.
Owning a horse ranch requires a lot of money.
Het bezit van een paard ranch vereist een heleboel geld.
Clearly, there's no IQ test for owning a strip club.
Het is duidelijk, er is geen IQ-test voor het bezitten van een strip club.
Both the owning physics and the method the lead character relocations were enhanced.
Zowel de eigenaar fysica en de methode die de voorsprong karakter bedrijfsverplaatsingen werden verbeterd.
Who knew owning a restaurant would require actual work?
Wie wist dat een restaurant bezitten echt werk zou vereisen?
Because I thought she deserved credit for owning up to her mistake.
Omdat ik vond dat ze credits moest krijgen dat ze uitkwam voor haar eigen fout.
We are owning a factory and office.
Wij zijn het bezit van een fabriek en kantoor.
In 1745, he made the mistake of owning land that you wanted.
In 1745 beging hij de fout dat hij land bezat dat jij wilde.
With you owning the whole territory?
Met jou als eigenaar van 't hele grondgebied?
Owning that place is no game.
Die plek bezitten is geen spelletje.
Of your weekly Uber expenditure It is a cost analysis breakdown versus owning a used car.
Een kosten-batenanalyse van je Uber-kosten… versus een eigen tweedehands auto.
Owning more than 15years years of factory experience in producing and designing men shoes.
Bezittend meer dan 15years-jaren van fabriekservaring in het produceren en ontwerpend mensenschoenen.
Costs of owning a property in Spain.
Kosten van het bezit van een woning in Spanje.
Did Mrs Howells ever mention owning a gun?
Zei mrs Howells je ooit dat ze een wapen bezat?
Corporations owning our h2o.
Bedrijven bezitten ons water.
Owning a Trex® deck is a rewarding investment.
Eigenaar zijn van een Trex®-terras is een rendabele investering.
Owning to the clearspan structure,
Bezittend aan de clearspan structuur,
Owning slaves is our most important liberty.
Het bezit van slaven is onze belangrijkste vrijheid.
And were you aware of your father owning a gun?
En was je je bewust dat je vader een pistool bezat?
Uitslagen: 1419, Tijd: 0.0728

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands