Voorbeelden van het gebruik van Bibbert in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je bibbert en hijgt en ik krijg een heel bang voorgevoel.
Vaak bibbert je hand zo, dat het lijntje niet echt mooi wordt.
Nu mijn hand zo veel bibbert, Kan niet eens een bestaan maken.
Natuurlijk bibbert ze.
Hij bibbert van die spinnen!
Ze bibbert als een varken.
Hij bibbert van de kou, hoest zich half dood.
Eén voor het kindje dat bibbert van de kou.
Je bent niet de enige die bibbert.
Waar was je? Je bibbert.
Ik ben niet degene die bibbert.
Het is prima als je hand wat bibbert terwijl je de rand tekent.
Hetzelfde. Bibbert als een blad, arm ding.
Als u bluft, bibbert u wang een heel klein beetje.
Ik zie dat je bibbert.
Ja. Als je zo bibbert, verslijt je je pak van binnenuit.
Ja. Als je zo bibbert, verslijt je je pak van binnenuit.
Het staat op, loopt naar de hoek en bibbert. Het lam gaat vervolgens liggen en is duidelijk in nood.
En er is een klein roze monster… dat de hele tijd gilt en bibbert.
En er is een klein roze monster… dat de hele tijd gilt en bibbert.