Voorbeelden van het gebruik van Chaos in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
leiden tot uitval en chaos.
Zijn regering lijkt willekeur en chaos.
Het wordt sowieso een chaos.
Ondertussen veroorzaakt Dante chaos door terroristen te financieren.
het is ook een grote chaos.
Deze tijd is ogenschijnlijk een tijd van grote chaos en gevaren voor jullie.
De dossiers zijn een chaos.
Het universum van het kwaad, Ja- chaos en verdorvenheid.
Dood en chaos.
Ieder van hen heeft chaos in onze stad veroorzaakt.
Naar Libië waar eveneens chaos en corruptie heersen.
Major. Hij is de Chaos Killer.
De hele stad is in chaos.
Dus ik kom daar en het is chaos.
Na een sneeuwstorm is het altijd een chaos op de snelweg.
Eh… Voor de chaos die je op school hebt veroorzaakt.
Het was nogal een chaos.
Toen verdween hij in de chaos van de oorlog.
Het zal een chaos zijn.
Major. Hij is de Chaos Killer.