Voorbeelden van het gebruik van Curriculum in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Techniek en ICT in het voorschools en basisschool curriculum.
Ik denk dat we elkaar ontmoetten tijdens, Curriculum Nacht.
Hier is mijn curriculum.
De E-Urbs master bestaat uit een curriculum van 60 ECTS.
Een gebouw, een curriculum en een faculteit.
Programmeren maakt in verschillende lidstaten reeds deel uit van het nationaal curriculum.
En dan is mijn curriculum vitae eindelijk compleet.
Dat was onderdeel van het curriculum.
Ik denk dat we elkaar ontmoetten tijdens, Curriculum Nacht.
Daar steunt ons curriculum op.
Ze zullen een week bezig zijn met het curriculum.
Ik zou ze het curriculum geven.
Ik zeg altijd: Ik leer van het curriculum.
Schoolbibliotheken en het curriculum in Montana. Het boek is al verbannen uit.
De basis van het curriculum is ontwerpen, dat in alle vakken een rol speelt.
Het curriculum vertelt maar een deel van het verhaal.
U e-mailde uw curriculum voor de huismoedervacature.
Stuur me je curriculum op, en 'n aanbevelingsbrief.
Het curriculum omvat ook 12 maanden training.
De uitbreidingen van het curriculum vinden vooral plaats aan de randjes.