Voorbeelden van het gebruik van Debiel in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik heb gewoon nog geen debiel.
Wat, is hij ook een soort debiel?
Kies je echt een debiel boven mij?
Het stoort me niet dat ze debiel is.
Russ Roche. Roche is een debiel.
Nee, idioot is erger dan debiel.
Is hij je debiel voor het diner?
Dit is debiel.
Ik was een debiel.
Een dove en een debiel.
Zijn achternaam, debiel. George.
Ik dacht dat je 'n debiel was, geen watje.
Ik bedoel na debiel.
Jesse Colt. Meer een Jesse debiel.
Wat? Nou, ik ben gewoon eerlijk… Het is wat hij is. Debiel?
Dat verwaande antwoord is echt debiel.
Hoe bedoel je, debiel?
Behandel me niet als een debiel.
George. Zijn achternaam, debiel.
Je kunt beter stoppen met hem 'n debiel te noemen.