Voorbeelden van het gebruik van Gisteren ook in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik was er gisteren ook.
Ze deed het gisteren ook.
Die was er gisteren ook.
Ik heb gisteren ook een paar cupcakes afgeleverd.
Dat zei je gisteren ook, en vandaag al twee keer.
Dat gebeurde gisteren ook al.
Ik heb gisteren ook nagedacht.
Ik voel me of ik gisteren ook kant-en-klare noedels heb gegeten.
Gisteren ook al.
Gisteren ook.
Ik zag haar gisteren ook. Joe Darrow.
Hij vocht gisteren ook met m'n broer.-Wie anders?
Is gisteren ook vermoord. Mijn man.
Is gisteren ook vermoord.
Hij kwam gisteren ook vrij.
Het voelt alsof ik gisteren ook kant-en-klare noedels heb gegeten.
Misschien omdat Leah gisteren ook op haar losging?
Gisteren ook al?
Hij deed het gisteren ook.
Hij heeft dat gisteren ook gezegd.