Voorbeelden van het gebruik van Halfvol in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik zie het glas als halfvol.
Minder dan halfvol.
Ik ben halfvol glas.
We moesten een tanker halfvol terugsturen.
Om limonade te maken en glazen halfvol te beschouwen.
Jullie containers waren halfvol.
Maar het glas is halfvol.
Maar jullie bakken waren allebei halfvol.
Vanaf nu zal mijn glas halfvol zijn.
Jullie bakken waren halfvol.
Ja, hoor. Het glas is halfvol.
We hebben bekertjes nodig.- Halfvol.
Of het glas halfvol of halfleeg is, is een filosofische vraag.
Als het halfvol is, zal de laatste persoon die geweest is de emmer buiten leeggooien.
Elk drankje dat aan die tafel halfvol wordt, breng dan een nieuwe.
Concentreer je op'halfvol' en niet op‘halfleeg'.
Hij is halfvol, maar hij doet 't.
Voor hem is het glas halfvol, voor mij half leeg.
Maar toen de laadbalk halfvol was, waren ze dood.
Vul de fles halfvol met koud water.