Voorbeelden van het gebruik van Kanjer in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Oké. Sorry, kanjer, ik moet er vandoor.
Een doorbraak. Hé kanjer, loop je al over van jezelf?
Een echte kanjer. Jeff.
Hallo, kanjer. Hoe is het?
Boris is een kanjer in het veldwerk.
Ik denk altijd aan jou, kanjer.
De kanjer van de wijk?
Kanjer, ben je er klaar voor?
Sorry, kanjer, ik moet er vandoor.
Malbec ou Côt: De kanjer uit Argentinië!
Charlie, je bent een kanjer.
Wat is er, kanjer?
Welkom op m'n feestje, kanjer.
Het zijn mensen zoals jij die mij eruit laten zien als een kanjer.
Laten we het weer uitvechten, kanjer.
Hé, kanjer. Hoe gaat het met je?
Kom op, kanjer. Stralingsniveaus dalen.
U bent een kanjer.
Nicki Ortega is een strakke en kleine kanjer.
Dat was een kanjer.